Met een mengeling van verbazing en stuursheid kijkt ze de wereld in, het meisje Lampje. Haar vader is de vuurtorenwachter met het houten been, sinds de dood van zijn vrouw drinkt hij te veel. Na een stormachtige nacht waarin Lampje het vuurtorenlicht niet aankrijgt, waardoor er een schip op de klippen loopt en ze ruzie krijgt met haar vader, wordt Lampje voor straf als dienstmeid naar het griezelige donkere huis op de berg gestuurd.
In de voorstelling Lampje (8+) van Maas theater en dans wordt de aanleiding van het daaropvolgende avontuur in (voor het gevoel) drie minuten neergezet. Bijna alsof Lampje door een luchtige wervelwind wordt opgetild en pardoes in het griezelhuis beland. In het gelijknamige boek van Annet Schaap, waarop deze voorstelling is gebaseerd, zijn de eerste pagina’s echter juist intens, ontroerend en zwaar meeslepend. Een tikje teleurstellend, voor wie het boek gelezen heeft en hoopt op een voorstelling om, net als in het boek, helemaal in te verdwijnen.
Regisseur Moniek Merkx lijkt de emotionele zwaarte vooral aan het begin van haar voorstelling te hebben willen vermijden. Actrice Rosa van Leeuwen, die Lampje speelt, draagt hieraan bij door een wel erg naïef en wereldvreemd meisje neer te zetten. Niet volledig emotieloos want als zij zegt ‘ik wil gewoon naar mijn vader’, net nadat hij haar heeft geslagen, snijdt dat wel degelijk door je ziel. Maar meestentijds huppelt ze luchtig en onaangedaan rond door het ingenieuze, multifunctionele decor (ontwerp Sanne Danz). Onafhankelijk maar ook net iets te onaantastbaar om echt met haar mee te kunnen leven.
Haar medespelers lijken al even laconiek. Dat is zeker niet de hele tijd vervelend. Vooral Anne Fé de Boer in diverse rollen, met name als huishoudster Martha, speelt lekker vet en schetsmatig. Freek Nieuwdorp in de rol van het ‘monster’ Edward is nog het meest doorleefd. Zijn woede door zijn fysieke kwellingen is mooi invoelbaar en zijn lichamelijke inspanningen om deze rol vorm te geven zijn indrukwekkend en raak: aan het einde zie je hem bijna letterlijk door de golven dartelen.
De live muziek door componist Djurre de Haan en David Corel is weliswaar goed passend qua sfeer en tekst, maar ook hun laconieke podiumaanwezigheid maakt dat de muziek toch niet echt raakt. Daar komt nog bij dat het verhaal in een moordtempo verteld wordt. Merkx heeft de complexe verhaallijn grotendeels intact gelaten, hoewel ze er richting het einde wel met zevenmijlslaarzen doorheen stapt. Er valt zo veel te vertellen dat er geen tijd te verliezen lijkt, en al helemaal geen tijd overblijft voor echte verstilling. De momenten waarop vertraging mogelijk zou zijn en er een beetje adem gehaald zou kunnen worden, duren telkens net te kort. Zo vliegt Lampje in anderhalf uur voorbij voordat je er erg in hebt. Daarmee doet de voorstelling, ondanks alle ingenieuze theatrale vondsten en de tomeloos energieke spelers, het indringende boek helaas toch te weinig recht.