De klassieker van Bertold Brecht over Mackie Messer wordt losjes uitgevoerd door cabaretiers. Zij combineren hun personages met hun eigen persoonlijkheid als stand-up comedians. Een voorstelling naar de geest van Brecht, niet naar zijn letter
Drie factoren bepaalden het ontwerp. Het grote aantal acteurs vereiste een groot speeloppervak. De plaatsaanduidingen worden in de tekst genoemd en behoefden dus weinig visuele illustratie. En last but not least: het kostuumontwerp was flamboyant. Ik besloot dus tot extreme leegte: een toonzaal voor mise-en-scène en kostuums. De basis van de bühne (poten en friezen) liet ik ongemoeid, maar voerde deze uit in wit vinyl. Zo ontstond een genadeloze ruimte waarin het kleinste detail benadrukt wordt.
Ik beschouw dit ontwerp als een kernwerk. Niet eerder was de werking zo groot bij een zo terughoudend ontwerp. Sindsdien zie ik scenografie vooral als ruimte geven.